Bewegend leren
Bewegen is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Toch beweegt maar 56% van de kinderen voldoende volgens de Beweegrichtlijn (RIVM, 2020), namelijk 60 minuten per dag op matig tot intensief niveau. Door meer tussendoor te bewegen in de klas en tijdens het leren, wordt deze richtlijn eerder gehaald. De betrokkenheid om te leren wordt door het bewegen een stuk groter, dan wanneer er traditioneel vanuit een schrift wordt gewerkt.
Zo wordt de tafel van twee niet altijd meer opgeschreven op schrift, maar wordt springend achter de tafel opgedreund. En het dictee wordt nu een loop dictee. Op deze manier krijgen de kinderen meer plezier in het leren en worden de hersenen geactiveerd om harder te werken. Er is daarnaast veel aandacht om tussen verschillende lessen even een energizer aan te bieden, zo kunnen de kinderen weer 'fris' aan een nieuwe les beginnen.